Vertrouwen Ik open mijn ogen En zie het lieflijkste schepsel ter wereld Mijn moeder Haar vacht glanst in de zon Ze moedigt me aan om op te staan Mijn benen willen niet naar mij luisteren Toch moedigt ze me aan ‘Ze zullen wel naar je luisteren, wacht maar af’ Ze had gelijk Nu vlieg ik over de vlakte Steeds sneller en sneller Alsof ik één ben met de wind Een geweldig gevoel dat ik met iedereen wil delen Jaren verstrijken Ik heb afscheid genomen van mijn moeder Ik ben nu volwassen en moet mijn eigen weg gaan Ik ren zo ver als mijn benen me kunnen dragen Ik ren totdat ik gevangen word Door de klauwen van de mens Verzettend tegen alle dingen IJzer in mijn mond en een riem rond mijn buik Met dwangmiddelen dwingen ze me Om te gaan in de richting die zij willen Allemaal zijn ze hetzelfde Opgesloten in een kleine stal Naast me staat een oud paard Hij vertelt me over zijn leven Hoe hij het uiteindelijk opgaf Hij vertelt me dat hij alleen zal sterven In een koude omgeving Zonder waardigheid, zonder trots Voor de eerste keer in mijn leven ben ik echt bang Bang om op te geven Maar in de duisternis verschijnt een licht Een aardig iemand neemt me mee Uit de donkere gevangenis Naar de grote weilanden Eerst ben ik onwillig Nog steeds wordt er mij een hoofdstel en zadel aangedaan Nog steeds ben ik gevangen Maar dan op een zonnige dag Op mijn blote rug, ongetuigd Ik ren, vrij als een vogel Één met de wind En ik heb iemand gevonden om het mee te delen En als mijn einde ooit zal komen Zal zij naast me zitten Zal zij mij geruststellen En diep in mijn hart weet ik nu dat mensen niet slecht zijn Ze herinneren zich alleen niet dat ze ooit ook vrij waren Maar wij, paarden, zullen laten zien dat de mens echt vrij kan zijn Samen met ons over de vlakte rennen De wind in het gezicht Pure, ongetemde vrijheid