De Mast. Vanaf de 15e eeuw werd de molen gebruikt als oliemolen en als korenmolen. De oliemolen is tot ca. 1900 in de molen aanwezig geweest. Van de tijd als oliemolen resteert nog een koldergang op de benedenverdieping voor het pletten van het oliehoudende zaad. Vanaf 1601 behoorde de molen tot het erve van het Huis te Ootmarsum. In 1811 kocht Jan Mast het erve. De molen krijgt het water van de Vasserbeek via een stuwvijver, welke aan de andere zijde van de Denekamperweg ligt. In 1942 werd de molen aangekocht door de gemeente Tubbergen en met het bakhuisje gerestaureerd als maalvaardige korenmolen. Op de bovenverdieping staat de maalstoel opgesteld. In de jaren 1973-1975 onderging de molen een restauratie. De molen heeft rond 1988 nog enkele jaren voor bakkers gemalen, maar vanwege de scherpere eisen vanwege de voedselveiligheid wordt er nu alleen voor veevoer gemalen. In het najaar van 2010 werden het waterrad en de molenas hersteld. In 2012 werd de wateras vernieuwd en werden nog verdere zaken aan de molen en de bakspieker hersteld.